The book strives for as complete and dispassionate a description of the situation as possible and covers in detail: the substantive law applicable to euthanasia, physician-assisted suicide, withholding and withdrawing treatment, use of pain relief in potentially lethal doses, terminal sedation, and termination of life without a request (in particular in the case of newborn babies); the process of legal development that has led to the current state of the law; the system of legal control and its operation in practice; and, the results of empirical research concerning actual medical practice.
Artsen menen vaak dat patiënten met een verlaagd bewustzijn niet lijden en dat euthanasie daarom niet mogelijk is. Maar in sommige situaties mag dit wel. De KNMG heeft, op verzoek van het College van procureurs-generaal en de Inspectie voor de Gezondheidszorg, een richtlijn opgesteld over euthanasie bij een verlaagd bewustzijn. Deze richtlijn brengt geen verruiming van de wet, maar heeft tot doel artsen houvast te bieden in deze moeilijke situatie. Het College heeft aangegeven dat als artsen handelen volgens deze richtlijn, er in beginsel geen reden is voor strafrechtelijk optreden.
Rechtsonzekerheid voor artsen bij uitvoering euthanasie onacceptabel Artsen houden zich goed aan de euthanasiewet, zo blijkt uit de tweede evaluatie van deze wet. Maar zij worden geconfronteerd met rechtsonzekerheid over het toetsingskader. Daarom steunt de KNMG de aanbeveling van een code of practice voor de toetsingscommissies en dringt zij aan op duidelijkheid over de waarde van de schriftelijke wilsverklaring bij wilsonbekwame patiënten. De KNMG reageert hiermee op de tweede evaluatie van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl).